Algemene informatie

Staande naad wordt geplaatst vanaf een dakhelling van 3° (5%). Het bestaat uit lange stroken verbonden door een kleine opstaande naad.


Toepassingsgebied

Minimale helling 25% (20°) - Alle soorten gebouwen: commerciële, openbare gebouwen, collectieve en privé woningen.


Technische gegevens

Lengte 10000 mm
Dikte 0.7 mm
  • ANTHRA-ZINC
  • AZENGAR
  • Black Collection
  • Gelakt Zink
  • PIGMENTO Blauw
  • PIGMENTO Bruin
  • PIGMENTO Groen
  • PIGMENTO Rood
  • QUARTZ-ZINC
  • VMZINC Natuurlijk

Technische tekeningen en documenten

  • Bijzonderheden van deze techniek

    Dit systeem bestaat uit lange, smalle zinken banen die reeds vanaf 3° (5%) dakhelling waterdicht geplaatst kunnen worden.

    Dit kan zowel voor vlakke als gecentreerde daken en ook moeilijke vormen zijn mogelijk.

     

    Draagvlak

    Verschillende dakopbouwen mogelijk:

    1. Verluchte dakopbouw

    De draagstructuur zal uit dennenhout, Noordse Grenen of Noordse Vuren bestaan - breedte 100 tot 150 mm.

    De dikte is 18 of 24 mm naargelang de tussenruimte van de kepers en bij te schroeven klangen of dikte 24 mm bij te nagelen klangen. De planken worden loodrecht geplaatst op

    De hoogte van de luchtlaag is 40 mm en er worden verluchtingsopeningen voorzien aan de voet en aan de nok per dakhelling.

    Om te beletten dat door het plaatsen van de isolatie de luchtlaag kortgesloten wordt of dat er eventueel condensatievocht deze isolatie zou bevochtigen, is het noodzakelijk een onderdak op de isolatie te voorzien. Dit onderdak is dampopen en mondt uit in de (bak) goot of in de vrije ruimte.

    Het onderdak verhindert ook de luchtstroming van (koude) buitenlucht naar de binnenzijde van het gebouw.

    Door het toegenomen isolatieniveau van constructies is het raadzaam om een efficiënt en duurzaam dampscherm conform de binnenklimaatklasse te plaatsen aan de warme zijde van de isolatie.

    1. Warm dakopbouw op isolatie met drukvaste bovenlaag

    VMZINC Membrane:

    Het VMZINC Membrane is een duurzame, waterkerende dampdoorlatende folie die wordt versterkt met een gelaagd polypropyleen nonwoven. Dit membraan is dampopen maar luchtdicht (functioneel tot 100°C).

    Het VMZINC Membrane wordt aangebracht tussen het ZINC PLUS en de thermische isolatie.

     Drukvaste rotswolplaten :

    De isolatieplaten zijn voldoende stijf en hebben voldoende drukvastheid om het ZINC PLUS te kunnen dragen.

    De drukvaste rotswolplaat heeft een druksterkte bij vervorming van 10% van minimum 50 kPa (0,5 kg/cm²) en een geïntegreerde harde toplaag en weerstaat aan een geconcentreerde belasting van 600 N (een weerstand aan een puntlast van 120 kPa) dankzij de geïntegreerde harde toplaag of PUR/PIRisolatie. De isolatie beschikt over de nodige toepassingsgoedkeuringen als isolatie voor een warmdak isolatiesysteem. Dikte te bepalen. De isolatiematerialen moeten conform zijn aan de lokale/nationale reglementeringen (o.a. brandweer,…).

    Om te vermijden dat vocht wordt ingesloten tussen de isolatie en de dakbedekking wordt de isolatie tegelijkertijd met het ZINC PLUS geplaatst. Bij het onderbreken van de dakwerken moeten de al geplaatste isolatieplaten die nog niet met zink zijn bedekt, tijdelijk afgedicht worden. Dit is liefst zoveel mogelijk te vermijden.

    Aludex® Max dampscherm

    Dit efficiënt dampscherm is, correct geplaatst aan de warme zijde van de isolatie, essentieel voor een duurzame werking van het dakcomplex.

    Dit dampscherm moet steeds op een doorlopende draagstructuur worden geplaatst. Aludex® Max is een zelfklevend dampscherm en is geschikt voor lucht- en waterdichte afdichting.

    Het Aludex Max® dampscherm is samengesteld uit een aluminium toplaag, een intern glasvezelwapening en een hoogpolymeer SBS klevende onderlaag waarop een afpelbare beschermfolie van polyethyleen is geplaatst

    Indien de isolatie niet dadelijk mechanisch op de draagstructuur wordt bevestigd, moet men Initial C350 aanbrengen op de ondergrond van het Aludex® Max zodat de windlasten door deze laatste kunnen opgevangen worden.

    Aludex® Max mag maximum 2 weken onbedekt liggen.

    Onderste paneel/geprof staalplaat

    Houten panelen bestemd als drager voor opbouwen voor metalen daken, gewaarborgd voor deze toepassing. Zij dienen proper en droog te zijn en een minimum dikte van 15 mm te hebben.

    Het type geprofileerde staalplaat wordt bepaald door de studie van stabiliteit en (mogelijk) in relatie tot de hygrometrie van het gebouw. Indien de geprofileerde staalplaat loodrecht op de richting van de goot wordt geplaatst, mag de afstand tussen de holtes van de geprofileerde staalplaat niet overeenkomen met de as-op-asafstand van de Staande naad VMZINC® in ZINC PLUS (530mm). Indien dit het geval is, is het absoluut noodzakelijk om een tussenlaag van metaal of hout te voorzien. Dit zal een gemakkelijke plaatsing van de bevestigingen van de Staande naad VMZINC®- banen in ZINC PLUS mogelijk maken.

    De dikte van de geprofileerde staalplaat is beperkt tot een maximum van 1,25mm zodat de bevestigingsschroef onder elke hoek van deze 1,25mm dikte kan boren. De minimum dikte is 0,7 mm.

    Om de duurzaamheid van het dakcomplex te garanderen, is het essentieel om het hierboven beschreven onderdak en dampscherm te gebruiken. Regenwater mag niet worden ingesloten tussen het onderdak en het dampscherm. Bij de opbouw dient men het dakcomplex steeds af te dekken met een overkapping zodat er geen extra vocht kan ingesloten worden.

    1. Warm dakopbouw op cellenglasisolatie

    Draagstructuur compatibel met de plaatsing van cellenglasisolatie (bvb. Hout, beton, stalen profielplaat, volgens voorschriften fabrikant)

    ·        Cellenglas gekleefd op zijn draagstructuur

    ·        Het cellenglas wordt vervolgens afgestreken met bitumen

    ·        Plaatjes in gegalvaniseerd staal, conform de richtlijnen van de fabrikant van het isolatiemateriaal, worden op deze bitumineuze laag gekleefd. De uitmeting van de plaatjes moet met de medewerking van de plaatser van het zink van VMZINC® gebeuren.

    ·        Een thermolasbaar gewapend bitumineus membraan wordt vervolgens gebrand op de bitumenafstrijklaag over de volledige oppervlakte van de isolatie, zonder overlapping. Het membraan bedekt ook de plaatjes in gegalvaniseerd staal.

    ·        Een glijlaag in doorzichtig polyethyleen wordt geplaatst met een overlapping van +/- 150 mm tussen elke baan, zodat er geen rechtstreeks contact is tussen het ZINC PLUS en het bitumineus membraan.

     

    Deze karakteristieken moeten gegarandeerd blijven wanneer de verschillende materialen in rechtstreeks contact staan met elkaar (geen luchtspleet tussen deze lagen).

    De aanbevelingen van het NIT 266 van het WTCB moeten altijd worden opgevolgd.

     

    Plaatsing

    De minimumtemperatuur voor het verwerken van het zink van VMZINC® is 7°C of 10°C (PIGMENTO’s) (metaaltemperatuur).

    Het plaatsen van de banen kan willekeurig begonnen worden zowel van links als van rechts, zonder daarbij rekening te moeten houden met de overheersende windrichtingen.

    Dit werk kan enkel worden uitgevoerd met behulp van machines en speciale werktuigen voor de juiste uitvoering.

    Na het plaatsen van klangen wordt de volgende baan ertegenaan geplaatst met de reliëfs ineengeschoven. In afwachting van de naadsluiting wordt de eerste plooi van het reliëf, om de meter, met de platte tang gesloten.

    De naden worden gesloten met de hand of met de machine die, door een dubbele plooiing, deze zorgt voor de waterdichting van het systeem Staande naad VMZINC® verwezenlijkt met een uniforme hoogte van 25 mm.

    Aantal vaste klangen te gebruiken:

    Minimum 5 vaste klangen, om de 20 cm.

    Aantal schuifklangen te gebruiken:

    Randzone : 5/ml (9klangen/m²)=> nuttige breedte 53cm).

    Centrale zone (klassieke klangen) : 3/ml (6klangen/m²)=> nuttige breedte 53cm).

    Centrale zone (monoschroefklangen): om de 75cm

Zit u met een vraag of een opmerking? Laat gerust een bericht achter via volgend formulier.
;

Deze site is beschermd door reCAPTCHA en Google Privacy Policy en servicevoorwaarden van Google.

;